Belangrijkste veranderingen
In de periode 2019-2021 ten opzichte van de periode 2012-2016:
- Steeg de inname van groente met ongeveer 20% en fruit met 10%. Nog altijd is de gemiddelde inname lager dan de richtlijn om dagelijks ten minste 200 gram groente en 200 gram fruit te eten.
- Bleef de inname van bruin en volkorenbrood en graanproducten ongeveer gelijk. Ongeveer de helft van de volwassenen voldoet aan de richtlijn om dagelijks tenminste 90 gram bruin brood, volkorenbrood of andere volkorenproducten te eten. Daarmee is dit de een van de best gevolgde richtlijnen.
- Daalde de inname van suikerhoudende dranken (fris-, zuivel- en sportdranken met toegevoegd suiker en vruchtensappen) met meer dan 35%. De Gezondheidsraad adviseert om zo min mogelijk suikerhoudende dranken te drinken.
- Daalde de inname rood en/of bewerkt vlees met ongeveer 12%. De Gezondheidsraad adviseert de consumptie van rood vlees en met name bewerkt vlees te beperken.
- Daalde de consumptie van zuivel licht. De zuivelconsumptie is echter sinds 2007-2010 met bijna 14% gedaald, terwijl de Gezondheidsraad in 2015 adviseerde om de inname op hetzelfde niveau te houden.
- Daalde het percentage mensen dat voldoet aan de richtlijn om één keer per week vis te eten van 33 naar naar 28%.
- Nam het gebruik van voedingssupplementen toe waar dat niet aanbevolen was.
Iets meer plantaardig eiwit
Het percentage plantaardig eiwit van de totale eiwitinname steeg van 41% naar 43%. Dit betekent dat het percentage eiwit uit dierlijke bronnen daalde van 59% naar 57%. Een verschuiving in de richting naar een meer plantaardig en minder dierlijk voedingspatroon, conform (inter)nationale voedingsrichtlijnen, is bevorderlijk voor de gezondheid en duurzamer. Om die reden sturen diverse organisaties in Nederland aan op een transitie van de eiwitinname van 60% dierlijk, 40% plantaardig naar 40% dierlijk en 60% plantaardig in 2030. De zogenaamde eiwittransitie. Op korte termijn wordt gestreefd naar een 50/50 verhouding.
Consumptie van aardappel(producten) dalend
De inname van aardappel(producten) daalde van gemiddeld 76 gram per dag in 2012-2016 naar 63 gram per dag in 2019-2021. Gemiddeld eten Nederlanders nog altijd 3 dagen in de week aardappel(producten). Aardappelen staan in de Schijf van Vijf omdat ze een goede bron zijn van koolhydraten en voedingsstoffen. Een richtlijn over aardappelen ontbreekt echter in de Richtlijnen goede voeding, omdat er volgens de Gezondheidsraad onvoldoende wetenschappelijke gegevens beschikbaar zijn over de gezondheidseffecten van aardappelen.
In de tabel staan per voedingsmiddelengroep uit de Richtlijnen goede voeding de innamegegevens uit de Voedselconsumptiepeilingen 2007-2010, 2012-2016 en 2019-2021 weergegeven.
Richtlijn | Voedingsmiddelengroep uit de Richtlijnen goede voeding | 2007-2010 | 2012-2016 | 2019-2021 |
Verhogen | Ongezouten noten en zaden (gram per dag) | 0 | 3 | 5 |
Verhogen | Peulvruchten (aantal dagen per week) | 0,2 | 0,3 | 0,4 |
Verhogen | Thee (gram per dag) | 190 | 237 | 242 |
Verhogen | Groente (gram per dag) | 128 | 135 | 163 |
Verhogen | Fruit (gram per dag) | 103 | 117 | 129 |
Verhogen | Plantaardig eiwit (% van totaal eiwit) | 40 | 41 | 43 |
Verhogen | Bruin en volkoren brood en graanproducten (gram per dag) | 99 | 102 | 102 |
Verhogen | Vis (% 1 keer per week) | 32 | 33 | 28 |
Vervangen | Aandeel zachte vetten en plantaardige oliën van totaal vetten en oliën (gemiddeld % van gebruikers) | 82 | 85 | 85 |
Vervangen | Aandeel bruin en volkoren van totaal brood en graanproducten (gemiddeld % van gebruikers) | 52 | 51 | 52 |
Handhaven | Zuivel (gram per dag) | 386 | 346 | 333 |
Beperken | Voedingsstofsupplementen (%) | 44 | 42 | 54 |
Beperken | Alcoholhoudende dranken (drinkt meer dan 1 glas per dag; 18-69 jaar) | 53 | 53 | 52 |
Beperken | Rood en/of bewerkt vlees (gram per dag) | 92 | 83 | 73 |
Beperken | Suikerhoudende dranken (gram per dag) | 363 | 382 | 240 |
Geen richtlijn | Aardappel(producten) (gram per dag) | 92 | 76 | 64 |
Methodiek
Het RIVM heeft in de periode juni 2019 tot en met juli 2021 in totaal bij 3570 in Nederland wonende personen in de leeftijd van 1 tot en met 79 jaar gegevens verzameld en vervolgens geanalyseerd. Gegevens zijn verzameld door middel van een schriftelijke vragenlijst en twee 24-uursvoedingsnavragen op niet-aaneengesloten, onafhankelijke dagen (dietary recall). Voor de jongste en oudste leeftijdsgroepen is de navraag ondersteund met een voedingsdagboekje.
Over de Voedselconsumptiepeilingen
Voedselconsumptiepeilingen worden sinds 1987 uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en geven inzicht over wat, waar en wanneer Nederlanders eten en drinken. De uitkomsten van de VCP’s dragen bij aan de ontwikkeling van beleid voor gezonde voeding, duurzaam en veilig voedsel, productinnovatie, voorlichting en voedingsonderzoek.
Bronnen
- Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu – Wat eet en drinkt Nederland? (2023)
- Gezondheidsraad – Richtlijnen goede voeding 2015